Nadat aan het einde van de jaren-30 de modelmotor uitgevonden was, werd deze eerst uitsluitend in vrije vlucht modellen toegepast. Na verloop van tijd werd de behoefte steeds groter deze modellen ook te kunnen besturen. Nog voor de Tweede Wereldoorlog werd in de Verenigde Staten het principe ontwikkeld om met één of meerdere lijnen een vliegtuigmodel te kunnen besturen. Dit was op dat moment een hele stap vooruit op het gebied van het modelvliegen. Ook na de introductie van het radiografisch bestuurd modelvliegen (RC), aan het einde van de jaren-50, bleef het lijnbestuurd modelvliegen (LB) zijn populariteit behouden. De belangrijkste reden hiervoor si dat LB-vliegen in verhouding tot RC-vliegen eenvoudig en goedkoop is. Dit maakt LB-vliegen bijzonder geschikt voor beginnende modelvliegers. Een ander bijkomend voordeel van LB-vliegen is dat je er minder ruimte voor nodig hebt dan voor RC-vliegen. Vanaf het hoogtepunt van het LB-vliegen in Nederland, de jaren-60, wordt deze tak van de luchtsporten door luchtscouts beoefend.
De bedoeling van deze artikel is luchtscoutgroepen die het LB-vliegen beoefenen of van plan zijn dit te gaan doen , te voorzien van een beknopte handleiding. Deze handleiding beperkt zich tot dat wat van belang is om met een eskader of astronautenafdeling succesvol LB te vliegen.
1991 maart D.A. van Os